Logeren


Mijn kleinzoon Daan logeert graag bij ons. Het is er deze herfstvakantie nog niet van gekomen en dus zochten we een gelegenheid dat het -op de valreep- nog kon, en dat was gisteravond.
Normaal is opa er natuurlijk ook, maar nu waren we samen. Want Esmee is graag bij oma en opa, maar slaapt toch nog liever thuis. En Daan vindt het heerlijk om alle aandacht voor zich alleen te hebben. Was hij in het verleden nog om te kopen door zijn zus om mee te gaan naar huis door op zijn gevoel te werken met : ik ga je missen, daar is hij nu niet gevoelig meer voor.
Zijn besluit staat vast: hij slaapt vannacht bij oma en omdat opa er niet is betekent dat ook: in oma’s bed.

Zodra de rest van de familie weg is, nestelen we ons met een dekentje op de bank om naar de Voice te kijken. Ik had met hem afgesproken dat hij zelf maar moest aangeven wanneer hij moe was en naar bed wilde en al om een uur of half tien was het zover.

Alle knuffels en kussentjes hadden reeds een plekje gekregen. Mijn olifantenknuffels die op de slaapkamer staan werden er nog bij gezet en hij kroop in bed. Niet meer gehoord.
Toen het mijn tijd was liep ik zachtjes de slaapkamer op. Hij heeft het altijd erg warm op bed en lag ook ver onder het dekbed vandaan.
Het is zo mooi om aan het bed van een vredig slapend kind te staan en gewoon te kijken! Ik dekte hem onder en probeerde mijn draai te vinden in bed.

Bijna in slaap kreeg ik van links een fikse trap. Mijn kleinzoon besloot dwars in bed te gaan liggen. Nou is dat geen probleem want ons bed is net zo breed als het lang is, maar dan moet je dat allebei doen. Ik pakte hem op om hem weer recht te leggen en verbaasde me er over dat hij al zo zwaar was. Maar ja wat wil hij is al 8, bepaalde geen kleuter meer die je zomaar oppakt.

Om zeven uur was het weer dag voor hem. Vond ik voor de zaterdag toch nog wel erg vroeg. Maar gelukkig was het Sponge Bob dag op Nickelodeon dus geheel volgens de normen van de tegenwoordige opvoedkunde heb ik hem voor de TV gezet. Tot half negen, toen vond ik het ook welletjes.

Hij wilde uitgebreid in bad en kwam er zelf uit, helemaal aangekleed. Ook daarmee hoef ik niet meer te helpen.
Om een uur of elf (tig spelletjes Mijn tante gaat op reis en neemt mee later) liepen we naar de supermarkt. Dat deed ik vroeger ook met hem, toen ik nog hele dagen op hem paste en hij nog mijn enige kleinkind was.
Ik raad iedereen aan de wereld eens te bekijken door de ogen van een kind. Hij dribbelde dan voor me uit en vroeg: Oma is tat? Dat is een lantaarnpaal Daan. O. Ja. Paal. Oma bloemetje. Ruiken? Goed hoor jongen, ga jij maar ruiken (aan die paardenbloem).

Oma is tat? Alles wat hij tegen kwam en waarvan hij niet wist wat het was werd aan onderzoek onderworpen. En ik, zijn oma, kon hem vertellen wat het was en zo leerde hij van mij.
De rollen zijn zo ongeveer omgedraaid nu. Hij vertelt me dat hij naar de dierentuin is geweest en daar bijzondere vissen heeft gezien. Hij heeft altijd al een soort fascinatie voor vissen gehad. Hij kan geen aquarium voorbij zonder er even in te kijken en de vissen te benoemen.

Hij is leergierig en slim en bestudeert het blad Zo zit dat en zijn zee-enceclopedie.
Zo kon hij mij vertellen over de zeeduivel, die bruin met wit is en stekels heeft die giftig zijn waarmee hij je dood kan steken. En de pieterman is ook gevaarlijk en de piranha ook. Hij vertelt dat er zeepiemels bestaan en zoekt thuis op de Ipad plaatjes op om mij te laten zien.

En ik? Ik zuig al zijn informatie op als een spons en geniet van zijn gezelschap.
Als hij eenmaal thuis, weer met de dominostenen zit te spelen en vraagt: Oma zijn wij vrienden? Kan ik volmondig zeggen: Ja Daan, wij zijn dikke vrienden.