Oud


Iedereen wil oud worden. Maar oud zijn? De buurvrouw van mijn moeder is 92 en ligt in het ziekenhuis. Het gaat niet goed met haar. Ik kom denk ik niet meer terug in mijn huissie, zei ze vanmiddag, toen we er op bezoek waren. En even later: ik hoop dat ik nog wat opknap. Dat hoop ik ook en mijn moeder ook. Ze hebben veel steun aan en plezier van elkaar. Samen koffie drinken. Eten voor elkaar maken. Maar vandaag hoefde ik geen soep te brengen.

Ze was er immers niet. Ze lag er ontluisterend bij. Twee zakken met slangen aan haar lijf en een infuus. De dokter kwam. Haar galblaas is ontstoken en moet er eigenlijk uit, maar daar is ze te zwak voor. We bekijken uw situatie per dag, werd er gezegd.

Tegenover het ziekenhuis is een verpleeghuis, waar de oudste broer van mijn (overleden) vader is opgenomen. Ook maar gelijk even bezoeken dan. 89 is hij en ik heb hem al een tijdje niet gezien. Wat ziet hij er oud uit! Hij zit zijdelings op het bed tv te kijken. Een kaal kamertje met alleen een paar foto’s. Een badkamer die hij deelt met iemand anders. Verder geen persoonlijke spullen. Hij heeft wel een mooi uitzicht op een parkje en een kinderboerderij.

We praten wat. Dan vraagt hij aan mijn moeder: Hoe is het met Driek (mijn vader). We kijken elkaar aan, en mijn moeder zegt: Driek is overleden, dat weet je toch wel? Hij kijkt ons geschokt aan en tranen staan in zijn ogen als hij zegt: Dat wist ik niet. Jawel, zegt mijn moeder weer, je bent op zijn begrafenis geweest. Ik wist het niet, zegt hij weer.
We zijn even stil. Hij doet niet veel, slapen en tv kijken zegt hij. Lezen, lopen, het lukt niet meer.

Mijn moeder vertelt me dat dit zich elke keer dat ze er komt herhaalt.

Langzaam loop ik met haar naar de parkeergarage. Ze is bijna 84 en ook haar aftakeling is al even bezig. Maar ze loopt nog met haar rollator en heeft nog een behoorlijk eigen wil. Ze heeft net een nieuwe tv en een supersonische rollator. Verder wil ik niet denken.

Oud worden? Ja als het even kan wel. Maar oud zijn? Nog even niet.