
Nog een paar weken en de winter is weer officieel. De kortste dag, de langste nacht. De donkere dagen voor Kerst. Hoewel ik een echt zomermens ben, kan ik deze periode nog wel waarderen. Kaarsjes aan, gordijnen dicht, de kerstboom die heerlijk geurt.
Want ja wij kopen nog altijd een echte, hoe milieuonvriendelijk dat misschien ook mag zijn. Ieder jaar weer de vraag: Komt er dit keer een witte kerst. Want dat schijnt toch voor veel mensen het ultieme kerstwintergevoel te zijn: sneeuw met kerstmis. Ik vind sneeuw prachtig op het moment dat het valt en als het net ligt. Mits ik niet de deur uit moet. Dan ben ik al een stuk minder blij. Dat was vroeger wel anders. Als kind kon ik zo intens genieten van de winter. Schaatsen, sleetje rijden, sneeuwballen gooien. In mijn beleving vroor het iedere winter hard genoeg om te schaatsen.
In Werkendam, waar ik woonde, heb ik op vier plaatsen geschaatst: op de Kerkewiel aan de Werkensedijk, op de Kerkewiel aan ’t Laantje, op het onder water gelopen weiland tegenover de Dokvijver en op de Dokvijver zelf. Niet dat ik het goed kon. Ik ben nooit heel erg sportief geweest (nog niet trouwens). Maar ik schaatste wel. Eerst vrij succesloos op Friese doorlopers. Het ging wel wat beter toen ik zgn. kunstschaatsen kreeg. Witte laarsjes op ijzers, dat was wel makkelijker. Wij woonden aan de Sasdijk. Het voordeel daarvan in de winter was dat je een schuin stuk had van de dijk af naar beneden waar je waanzinnig goed van af kon sleeën. Sneeuwballen gooien, ook zo’n feest. En later toen ik de leeftijd kreeg dat ik me de interesse van de jongens graag liet welgevallen, ingewreven worden. Gillen dat je het vreselijk vond, maar ondertussen….
Mijn allermooiste sneeuwbeleving heb ik echter te danken aan mijn moeder. In de winter na mijn 7e verjaardag bleek ik geelzucht te hebben. Ik moest daardoor zes weken bedrust houden. Mijn vader zette een bed voor mij in de kamer en zo beleefde ik alles vanuit mijn bed mee. Mijn juf kwam me thuis les geven, en er kwamen heel veel klasgenootjes langs die spelletjes met me deden. Ook Sinterklaas en Kerst moest ik op deze manier doorbrengen. Mijn oom had een bandrecorder en het hele Sinterklaas- en Kerstfeest werden voor me opgenomen en afgedraaid, zodat ik het niet hoefde te missen.
Alle kinderen van de klas schreven me een brief, brieven die ik tot op de dag van vandaag bewaard heb. Heel erg vond ik het toen het begon te sneeuwen en ik niet naar buiten mocht. Door het raam zag ik mijn moeder sneeuwballen gooien naar de broer van mijn vader. Dat vond ik grappig. Maar liever had ik zelf meegedaan. Mijn moeder begreep hoe ik me voelde en schepte een teiltje vol sneeuw en bracht me dat op bed. In de warme kamer ging het niet heel lang mee maar ik kon wel even voelen. De zachte sneeuw, die koud beet aan mijn warme handen. De tinteling die het met zich mee bracht, de sneeuwballen die ik vormde. Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik mezelf weer zitten, in kleermakerszit met dat teiltje tussen mijn benen.
Ik kon het niet laten en vormde een bal die ik door de kamer gooide. Mijn moeder was niet eens boos. Heel soms zou ik willen dat ik nog zo onbezorgd kon genieten van de winter als toen. Schaatsen doe ik allang niet meer, sneeuw vind ik wel leuk, nou ja, dat schreef ik al, als het lang ligt en als het gaat smelten ben ik het al zat. Maar met kerst, dan zou ik het toch wel heel leuk vinden als het ging sneeuwen. Het liefst op kerstavond, als we naar de kerk lopen. Of nog mooier, als we net de kerk uitkomen. Buiten krijgen we glühwein en in de vuurkorven branden de houtblokken. Dat er dan door de sneeuw zo’n Charles Dickens sfeertje ontstaat. Dat zou ik wel willen.
Sneeuw of niet, ik wens iedereen hele fijne dagen en een buitengewoon voorspoedig 2014.